DE FICALE PLANNEN VAN DE NIEUWE REGERING

Verhofstadt II is een feit. In tegenstelling met de eerste versie is de toon minder uitbundig. ’s Lands financiën zijn daar niet vreemd aan. Op fiscaal vlak moet de komende jaren de factuur nog betaald worden van de belastinghervormingen die al doorgevoerd zijn. Toch heeft de regering een aantal nieuwe plannen. We geven hierna een overzicht. Klemtoon ligt op de personenbelasting en de strijd tegen de fiscale fraude.

In de vorige legislatuur werd reeds een bescheiden verlaging van de personenbelasting ingevoerd. Die wordt trouwens maar stapsgewijs ingevoerd. De volle uitwerking komt er pas vanaf aanslagjaar 2005. Maar dat neemt niet weg dat België nog steeds in de topgroep zit van landen met de hoogste fiscale druk op arbeidsinkomen. Vandaar dat de regering haar voornemen bevestigt om de fiscale handicap die de inkomens uit arbeid penaliseert verder te verminderen. Maar de regering zegt er niet bij hoe ze dat zal doen. Het blijft dus erg vaag. De reden moet niet ver gezocht worden. Het zal al een heksentoer worden om de verlaging van de personenbelasting uit de vorige legislatuur betaald te krijgen. Maar elke ondernemer ziet in dat de belasting op arbeid naar beneden moet. De kost van die fiscaliteit wordt immers gedragen door onze bedrijven. De werknemer redeneert steevast in netto bedragen. Maar de vage formulering voorspelt weinig goeds. Blijkbaar zijn de coalitiepartners er nog niet uit. Zelfs niet wat de grote lijnen betreft.

De regering wordt wel concreter op het vlak van de aftrekposten. Die zijn erg talrijk binnen het wetboek en door alle sleutelwerk van de afgelopen tien jaar hebben ze elk hun eigen, niet zelden erg complexe regeling. Vandaar het plan om de personenbelasting drastisch te vereenvoudigen op dit vlak. Hier geeft de regering een concreet voorbeeld. Maar wel in de voorwaardelijke wijs. Zo zouden alle fiscale stimulansen die tot doel hebben het verwerven of het bouwen van woningen aan te moedigen, kunnen gehergroepeerd worden in één woningaftrek of bonus. Daarbij zou rekening kunnen gehouden worden met de ondersteuning van de stadsvernieuwing, evenals de bouwsector, en met als eerste prioriteit aan éénieder de kans te bieden zijn eigen huis te verwerven. Een sibillijnse tekst. Maar een extra aftrek zou er kunnen komen voor het renoveren van panden in onze steden. Dus zal de bouwsector daar ook de vruchten van plukken. Naar de toekomst toe moet volgens de nieuwe regeerders ook worden gedacht aan het stimuleren van de opvang van oudere zorgafhankelijke familieleden in het gezin, door maatregelen zowel op fiscaal als op sociaal vlak. Binnen de personenbelasting zou dit kunnen betekenen dat de aftrek voor zo’n familielid ten laste extra wordt verhoogd. Maar let opnieuw op de bewoordingen “moet worden gedacht”. Geen echt harde belofte.

Verhofstadt II wil ook een “werkbonus” invoeren. Hier is de taal affirmatiever. Dit komt neer op het hergroeperen van een aantal nu al bestaande maatregelen. Met de werkbonus moet het aantrekkelijker worden een baan aan te nemen in plaats van in de werkloosheid te blijven. Zo werd binnen de personenbelasting reeds een belastingkrediet ingevoerd waarbij aan lagere arbeidsinkomens een supplement op jaarbasis werd toegekend. De regering onderkent nu het probleem dat bij een grotere inspanning de voordelen van deze maatregel en andere maatregelen met hetzelfde doel, snel grotendeels verloren gaan. Dat is dan een negatieve stimulans “om harder te werken”. Waarom zou men harder werken en dus meer verdienen als het extra netto loon gecompenseerd wordt door het wegvallen van de voordelen van bijvoorbeeld het belastingkrediet? Daarom is het de intentie van de regering de middelen die aan al deze maatregelen worden besteed te integreren in één nieuw stelsel: de “werkbonus”. De werkbonus creëert een financieel voordeel voor de lage inkomens boven op het normaal netto uurloon. Zo ontvangt iemand die werkt aan een laag loon meer dan iemand die in de werkloosheid blijft. De werkbonus zal slechts geleidelijk uitdoven naarmate het arbeidsinkomen stijgt. Op die manier blijft de stimulans aanwezig om meer te werken of beter betaald werk te zoeken. Voorgesteld zal worden om de werkbonus geleidelijk aan in te voeren vanaf 1 januari 2004 en op kruissnelheid te brengen in 2006. Een maatregel die blijkbaar al uitgediscussieerd is tussen de coalitiepartners.

De Europese spaarrichtlijn die in de regel van kracht wordt vanaf 2005, heeft de regering ook aan het denken gezet. De fiscale amnestie of repatriëring, het groot pardon dus, is daar al één gevolg van. Onnodig daar hier over uit te wijden. Als er al één fiscaal plan is dat genoegzaam bekend is, is het wel deze. Maar de regering zal ook nagaan of het systeem van de gedematerialiseerde effecten kan worden uitgebreid om alzo het gebruik van effecten aan toonder te ontmoedigen.

Fraude

In elk regeerakkoord staat steevast dat de fiscale fraude kordater zal aangepakt worden. Dus ook nu weer. Maar dat is daarom niet minder terecht. Als we met zijn allen de correcte belasting betalen en de BBI slaagt in het echt pakken en vooral innen van de vele internationale fraudecircuits die zich afspelen onder onze kerktoren, kunnen we met zijn allen minder belasting betalen. Dan zouden de tarieven, als de berekening daaromtrent kloppen, in vrije val kunnen dalen. De regering geeft in het regeerakkoord al een opsomming van zeven concrete maatregelen. Er zal maximaal gebruik worden gemaakt van de elektronische informatie-uitwisseling binnen de overheid. Dat staat in dit land nog in zijn kinderschoenen. De verschillende fiscale wetboeken voorzien dat gegevensuitwisseling kan. Maar in de praktijk loopt dat nu enkel gesmeerd tussen B.T.W. en directe belastingen. Op dat vlak kan nog een hele weg afgelegd worden. De fiscale procedurewet zal grondig worden hervormd en vereenvoudigd. Dat is een plan dat minister REYNDERS al in de vorige legislatuur suggereerde. Het ging toen om het gelijkschakelen van de procedure binnen het wetboek B.T.W. met die binnen het wetboek inkomstenbelastingen. Maar nu zou het verder gaan. De procedure uit de andere wetboeken zou ook bij het puzzelwerk betrokken worden. In hoeverre dit zou impliceren dat de veralgemeende toepassing van het gerechtelijk wetboek zou teruggedraaid worden, is onduidelijk. Want onze rechtbanken en hoven kreunen werkelijk onder het stijgend aantal fiscale geschillen. Navraag leert dat vooral de administratieve procedure wordt bedoeld. Belangrijk om volgen wordt de vraag of iets zal gewijzigd worden aan het fiscale bankgeheim binnen het wetboek inkomstenbelastingen. Rood ziet dat zitten. Blauw niet. Een volgende maatregel bestaat er in de bevoegdheid van de gewestelijke directeurs voor het sluiten van dadingen te vergroten in een duidelijk gedefinieerd en gecontroleerd kader. Een goede zaak. Soms komen “zotte taxaties” voor. Die de slachtoffers helemaal niet kunnen betalen omdat ze dat zelfs niet “verdiend” hebben. Dat daar een oplossing moet komen, is evident. Maar het valt te verhopen dat die gewestelijke directeurs een voldoende bewegingsvrijheid krijgen. Bovendien zal de niet-controle van vennootschappen door een fictieve vestiging van de maatschappelijke zetel worden aangepakt. Dat gebeurt nu al redelijk. De B.T.W. doet wel erg moeilijk als zij lucht krijgen van een fictieve zetelplaats. Maar het zal dus nog uitgebouwd worden. Merkwaardig is wel de volgende maatregel. Omdat hij wordt gezet bij de antifraude maatregelen. Het vol te storten kapitaal voor éénpersoonsvennootschappen en/of de minimumbezoldiging uit te betalen aan de zaakvoerder van zulke vennootschappen zal worden verhoogd. Beschouwt de regering de vlucht in vennootschappen als fraude? Tevens zal het aantal convenanten met sectoren worden uitgebreid, te beginnen met de tabakssector en de sector van alcoholische dranken. Tenslotte zal de invoering van “datamining” worden versneld, uitsluitend in het kader van het beheer van de risicoanalyse die één van de prioriteiten vormt van het beheersplan van de FOD Financiën. Dat laatste is uiteraard opnieuw een goede zaak. Op de computers van onze overheden staan nu toch al een massa aan gegevens. Als die kunnen gekoppeld worden, moet een schat van nieuwe informatie beschikbaar komen.

Vennootschapsbelasting

In het regeerakkoord staat weinig over de vennootschapsbelasting. Voor de KMO vennootschappen zal een verdere vrijstelling van de investeringsreserve uitgebouwd worden. Nu bedraagt de investeringsreserve maximaal 18.750 EUR. In de wet staat nu al dat dit bedrag kan verhoogd worden bij eenvoudig koninklijk besluit. Dat zou dus de bedoeling zijn. Tevens zullen nieuwe mogelijkheden voor particulieren om kapitaal te beleggen in KMO’s die genieten van het verlaagd tarief en die volledig in handen zijn van natuurlijke personen, uitgebreid worden. Dit doet denken aan de oude wet van de AFV aandelen die stamt uit het begin van de jaren tachtig. Het adagium luidt al jaren dat onze KMO niet voldoende eigen vermogen hebben. Daaraan iets doen, is een goede zaak. Maar van het plan dat de premier nog aankondigde bij de vorige hervorming van de vennootschapsbelasting om het tarief verder te laten dalen tot 30 procent, is in het akkoord geen spoor te vinden.

Wel plant de regering een “vergroening” van de fiscaliteit om de vermindering van broeikasgassen te realiseren. Daarmee komt het woord “groen” toch voor in deze regeringsverklaring zonder de groene broeders. Maar hoe dat zal gebeuren, wordt niet gestipuleerd.

In het kader van de herziening van de BTW-tarieven binnen de Europese Unie zal de Belgische regering er nadrukkelijk naar streven een vermindering van het BTW-tarief te bekomen voor sectoren zoals onder meer de tuinaanleg en onderhoud, de geluidsdragers, de bouw, met een bijzondere aandacht voor de sociale huisvesting en de schoolgebouwen en de horeca.

Tot slot kondigt de regering aan dat naast de elektronische aangifte personenbelasting voor deel één, ook deel twee zal volgen. Maar daarbij zal Financiën zelf de aangifte al zo veel als mogelijk invullen. Een goede zaak. Maar de burger mag dan wel niet in het automatisme vervallen de ingevulde cijfers niet meer te controleren. Als men het de mens al te makkelijk maakt, verliest hij greep op de dingen …

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 22 augustus 2003.