OVERBOEKING UITGESTELDE BELASTINGEN MOET RECHTSTREEKS

Het is zo goed als definitief. De tarieven vennootschapsbelasting dalen vanaf aanslagjaar 2004. In die jaarrekeningen waar het passief onder meer bestaat uit kapitaalsubsidies of tijdelijk belastingvrije reserves, zal dat al gevolgen hebben in de balans die afsluit op 31.12.2002. Tengevolge van de daling van het tarief zal het bedrag van de uitgestelde belastingen kunnen dalen. Maar moet deze wijziging rechtsreeks geboekt worden of mag dat via de resultatenrekening? In dat laatste geval zou dat betekenen dat de ondernemers in boekjaar 2002 een stukje meer winst kunnen rapporteren.

Het wetsontwerp tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken is intussen goedgekeurd in de Commissie voor de Financiën en de Begroting op 13.11.2002. Normaliter wordt het op 04.12.2002 plenair gestemd. Dat betekent dat het gemene belastingtarief voor vennootschappen vanaf aanslagjaar 2004 zal dalen van 40,17 procent naar 33,99 procent. Ook het verminderd tarief voor KMO’s zal dalen. Op een eerste schijf van 25.000 EUR moet 24,98 procent betaald worden. Op de volgende schijf van 25.000 tot 90.000 EUR moet een tarief van 31,93 procent betaald worden. Van 90.000 tot 322.500 EUR moet 35,54 procent vennootschapsbelasting betaald worden. Maar daarnaast worden een aantal compenserende maatregelen ingevoerd zodat de hele operatie voor de schatkist niets zou mogen kosten. Het moet dus een budgettair neutrale operatie worden.

Tengevolge van de daling van de tarieven zullen nogal wat jaarrekeningen moeten aangepast worden. Binnen een jaarrekening kunnen tijdelijk vrijgestelde reserves en kapitaalsubsidies voorkomen. Kapitaalsubsidies zijn subsidies die van overheidswege werden verkregen voor investeringen in vaste activa. Tijdelijk belastingvrije reserves zijn winsten waarop niet meteen belasting moet worden op betaald. Deze mogelijkheid wordt in het vakjargon de "gespreide taxatie" genoemd (art. 47 W.I.B. 1992). Stel dat een vennootschap een vrachtwagen bezit en deze sedert meer dan vijf jaar vóór de vervreemding als vaste activa had. In zo’n situatie kan de vennootschap opteren om de gerealiseerde meerwaarde bij vervreemding niet in één keer te laten belasten in het jaar dat de meerwaarde werd behaald. Om dat te mogen, moet de vennootschap de ontvangen verkoopprijs bij de realisatie van het actief wederbeleggen in afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa die in België voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt. Stel dat de vrachtwagen (die meer dan vijf jaar terug werd gekocht) een resterende boekwaarde heeft van 60. Hij wordt verkocht voor 200. De meerwaarde is dan 140. Daar moet normaliter de vennootschapsbelasting op betaald worden in het boekjaar dat de meerwaarde wordt behaald. Als die meerwaarde pakweg in 2001 werd behaald, bedroeg het tarief 40,17 procent. Daar moet dus in principe in 2001 56,24 (140 x 0,4017) vennootschapsbelasting op betaald worden. Als de vennootschap de ontvangen 200 echter wederbelegt in een computer die afgeschreven wordt lineair in 3 jaar, zal de 56,24 niet in één keer moeten betaald worden. In dat geval moet elk jaar één derde van de belasting betaald worden. Dus 18,75 per jaar. Vermits het zeker is dat die 56,24 zal betaald worden, moet van zodra de meerwaarde is behaald, die 56,24 geboekt worden als uitgestelde belasting.

Bij ontvangen kapitaalsubsidies geldt een zelfde systeem. Als een kapitaalsubsidie van 100 werd ontvangen, moet daar totnogtoe in principe 40,17 vennootschapsbelasting op betaald worden. Maar dat moet ook niet in één keer. Stel dat de subsidie werd ontvangen voor een machine die lineair afgeschreven wordt over 10 jaar, dan zal elk jaar gedurende die 10 jaar maar 4,02 belasting moeten betaald worden. Van zodra de subsidie wordt ontvangen, zal meteen 40,17 moeten geboekt worden als uitgestelde belasting. Enkel de overige 59,83 (het bedrag ná belasting) mag geboekt worden binnen het eigen vermogen als kapitaalsubsidie.

Maar wat als in dat laatste voorbeeld de belasting daalt van 40,17 procent naar 33,99? Dan is het meteen duidelijk dat de resterende uitgestelde belasting niet langer mag berekend worden met 40,17 procent. Het overschot zal maar belast worden aan 33,99. Het boekhoudbesluit stelt dat het gepassiveerde bedrag van de uitgestelde belastingen slechts mag worden aangepast in zover, ingevolge een wijziging in de fiscale toestand van de vennootschap, het effectieve bedrag van de geraamde belasting die in een nabije toekomst op deze subsidies en meerwaarden zal zijn verschuldigd, waarschijnlijk sterk zal verschillen van het bedrag aan passiefzijde (art. 76, § 3 K.B. W.Venn.). Als het belastingtarief daalt, zal dit inderdaad het geval zijn. Neem aan dat het boekjaar van de vennootschap samenvalt met het kalenderjaar. In dat geval zal de vennootschap in de jaarrekening op 31.12.2002 de uitgestelde belasting moeten verminderen en de kapitaalsubsidie of de tijdelijk vrijgestelde reserve moeten verhogen. Maar moet deze wijziging over de resultatenrekening geboekt worden of mag dat daarentegen rechtstreeks geboekt worden van de ene naar de andere rekening? De Commissie voor Boekhoudkundige Normen stelt in een oud advies dat deze overboeking rechtstreeks moet gebeuren (Advies 165/1, Bull. C.B.N., nr. 27, februari 1992, blz. 27-32). Dus die aanpassing mag niet over resultaat lopen. Menig ondernemer zal dit betreuren. Het zou een mooie "truuk" geweest zijn om in de jaarrekening over boekjaar 2002 in deze barre tijden wat meer winst te boeken.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 29 november 2002.