VEREENVOUDIGING PROCEDURE AANSPRAKELIJKHEID OVERNEMER

Als een ondernemer een handelszaak wil kopen en dit niet doet via een aandelentransactie, kan de fiscus die overnemer laten opdraaien voor de fiscale schulden van de overlater tot beloop van de waarde van de overgenomen bestanddelen. Deze regeling bestaat al sinds 10.01.1997. Vanaf 01.04.1999 wordt deze regeling ingrijpend aangepast. Meest opvallende wijziging is dat de hele procedure voortaan kan doorlopen worden zonder dat de overeenkomst tot overdracht wordt geregistreerd. Eenvoudige toezending aan de ontvanger volstaat. Het certificaat blijft bovendien langer geldig.

In het kader van de strijd tegen de fiscale fraude en met het oog op een betere inning van de belasting heeft de wetgever vanaf 10.01.1997 via art. 442bis W.I.B. 1992 een systeem ingevoerd dat moet beletten dat een natuurlijk persoon of een rechtspersoon zijn handelszaak overdraagt zonder zijn fiscale schulden te betalen. Dezelfde regeling diende ook te verhinderen dat een belastingplichtige de overdracht van de handelszaak snel zou bespoedigen eenmaal hij of zij weet krijgt van een ingestelde fiscale controle. Kern van de regeling is dat de overlater zijn ontvanger op de hoogte moet stellen van de overdracht. De ontvanger kan dan de nodige maatregelen nemen om vooralsnog eventuele openstaande schulden te innen. Maar de overlater kan bij voorbaat een certificaat vragen aan zijn ontvanger om de overnemer gerust te stellen.

Problemen

Om een en ander te realiseren voerde de fiscus het principe in dat de overdracht slechts tegenstelbaar is aan de administratie der directe belastingen na afloop van de tweede maand die volgt op die waarin de akte tot overdracht is geregistreerd. Tot op dat ogenblik is de overnemer hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingen verschuldigd door de overdrager tot maximaal de waarde van de overgedragen goederen. De niet-tegenstelbaarheid en de hoofdelijke aansprakelijkheid gelden echter niét indien de overdrager een certificaat bekomt van de bevoegde ontvanger van de directe belastingen waarin deze attesteert dat de overdrager geen enkele fiscale schuld heeft. Dat certificaat moet dan mee geregistreerd worden. Maar het mag op het ogenblik van de registratie niet ouder zijn dan twintig dagen. De aflevering van dat certificaat wordt echter geweigerd indien de overdrager fiscale schulden heeft of indien de aanvraag tot het bekomen van dat certificaat is gedaan na de aankondiging van een fiscaal onderzoek.

Maar deze regeling blijkt een aantal niet bedoelde gevolgen te hebben. In de nu bestaande regeling wordt enkel de overdracht van een algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid beoogd. Met de verwijzing naar "algemeenheid van goederen" wordt aldus verwezen naar art. 11 W.B.T.W. Van zodra een (onderhandse) overdracht wel belangrijke bestanddelen inhoudt die echter niet voldoen aan de B.T.W.-definitie, is de regeling niet van toepassing. Bovendien is de overdracht verwezenlijkt in het kader van de procedures van faillissement en concordaat niet uitdrukkelijk uitgesloten uit het toepassingsgebied van de bepaling. De fiscus haastte zich evenwel te stellen dat de gevallen waarin de curator of de commissaris inzake opschorting in het kader van zijn mandaat een algemeenheid van goederen of een tak van werkzaamheid overdraagt, duidelijk vreemd zijn aan het doel van deze wet (zie Ci.RH.81-488.797 d.d. 20.06.1997, nr. 28). Maar dat staat niet in de wet. Gezien de regeling geen uitzondering voorziet voor operaties zoals fusies, splitsingen en opslorpingen, is zij principieel ook van toepassing in die gevallen alhoewel zich bij dergelijke operaties in de regel geen problemen stellen rond eventuele fiscale schulden.

Nieuwe regeling

Vandaar dat via de wet van 22.12.1998 (B.S., 15.01.1999) een en ander wordt gewijzigd. Vanaf 01.04.1999 is de overdracht in eigendom of in vruchtgebruik van een geheel van goederen, samengesteld uit onder meer elementen die het behoud van het cliënteel mogelijk maken, niet tegenstelbaar aan de ontvangers van de belastingen. Het moet een overdracht zijn van elementen die voor de uitoefening van een vrij beroep, ambt of post of een industrieel, handels- of landbouwbedrijf worden aangewend. De regeling is voortaan eveneens van toepassing indien een vruchtgebruik op die goederen wordt gevestigd. De bedoelde overdracht wordt pas tegenstelbaar aan de ontvangers van de belastingen na verloop van de maand die volgt op die waarin de ontvanger een eensluidend afschrift van de akte heeft ontvangen. Deze kennisgeving zal in principe gebeuren door de overnemer. Meteen is duidelijk dat deze regeling enkel geldt bij een "asset deal" en niet bij een aandelentransactie. De regeling is ook niet van toepassing bij de overdracht van alleenstaande elementen die onvoldoende zijn om een autonome exploitatie uit te maken. Wordt echter via afzonderlijke akten een handelsfonds overgedragen, dan geldt de regeling uiteraard wel.

De overnemer is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingschulden die de overdrager heeft tot na de maand die volgt op die waarin de ontvanger de akte van overdracht ontvangt. Voorheen was dit twee maand. Tot op dat ogenblik kan de ontvanger beslag laten leggen op de overgelaten goederen ten laste van de overdrager. Is geen kennisgeving gebeurd, dan stopt deze termijn niet. Maar de hoofdelijke aansprakelijkheid is in elk geval beperkt tot beloop van het bedrag dat reeds door de overdrager is betaald of tot beloop van een bedrag dat overeenstemt met de nominale waarde van de aandelen die in ruil voor de overdracht zijn toegekend vóór de afloop van deze termijn.

Vermijden

Maar al deze gevolgen kunnen vermeden worden indien de overdrager vóór de transactie een certificaat bekomt van de ontvanger waarin deze bevestigt dat die overdrager geen fiscale schulden heeft. Dat certificaat moet dan wel samen met akte van overdracht aan de ontvanger toegestuurd worden. En dat moet gebeuren uiterlijk dertig dagen na het bekomen van het certificaat. Vroeger waren dat maar twintig dagen. Nu blijft het certificaat dertig dagen geldig. Het certificaat wordt echter geweigerd indien op de dag van de aanvraag een aanslag ten laste van de overdrager werd gevestigd die een zekere en vaststaande schuld vormt. Een gunstig certificaat zal ook niet afgeleverd worden indien het wordt aangevraagd na de aankondiging van of tijdens een belastingcontrole of na het verzenden van een vraag om inlichtingen. Tevens is bepaald dat de ontvanger het certificaat moet uitreiken of weigeren binnen een termijn van dertig dagen na indiening.

In de nieuwe regeling is voorzien dat deze niet geldt bij overdrachten uitgevoerd door een curator, een commissaris inzake opschorting of in geval van fusie, splitsing, inbreng van een algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid verricht conform de vennootschappenwet. Dus dat is ook opgelost.

Toch kopen?

Het is dus bij een "asset deal" zondermeer aan te raden alvorens de overdracht te verwezenlijken, aan de overdrager te vragen dat hij een certificaat kan voorleggen waarin zijn ontvanger van de directe belastingen bevestigt dat hij geen openstaande fiscale schulden heeft. Maar stel dat de overnemer niet op dat attest wil wachten, kan hij dan veilig kopen? Zeker. Hij kan in dat geval de akte tot overdracht tekenen en toesturen naar de ontvanger (bijvoorbeeld in april 1999), zonder echter de overdrager te betalen. Daar wacht hij best mee tot op het einde van de maand volgend op de maand waarin de akte van overdracht is opgestuurd aan de ontvanger (in ons voorbeeld mei 1999). Laat de ontvanger niets weten, dan kan hij de volgende maand betalen (in juni dus).

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 19 maart 1999.