GEEN TAKS SUCCESSIERECHTEN VOOR ADMINISTRATIEKANTOOR
De regering werkt aan een wetsontwerp dat de wet op verenigingen zonder winstoogmerk moet moderniseren. Maar tegelijkertijd wordt de private stichting ingevoerd. Dat zou het vehikel moeten worden waar het Belgisch administratiekantoor wordt in ondergebracht voor certifiëring van aandelen. In het ontwerp dat de vorige regering nog goedkeurde, stond dat de taks van 0,17 procent tot vergoeding van de successierechten zou verschuldigd zijn door een private stichting. En dat had de dood kunnen zijn voor de private stichting als waterdrager voor het administratiekantoor. Nu diende de regering een regeringsamendement in, dat stelt dat de private stichting, gebruikt als administratiekantoor, deze taks niet moet betalen.In Nederland is de techniek van het certifiëren van aandelen al een tijdje
ingeburgerd via het administratiekantoor. Het administratiekantoor neemt de
aandelen die een familie bezit in een groep vennootschappen in ontvangst. In
ruil daarvoor geven zij aan de familie certificaten. Onder die certificaten
bevinden zich vaak preferente certificaten. En het beleid dat het
administratiekantoor aanhoudt op de algemene vergadering van de
groepsvennootschappen wordt dan bepaald door de houding van die preferente
certificaten. Op die manier is het mogelijk via het administratiekantoor het
beleid te verankeren. Iedereen blijft onrechtstreeks eigenaar van zijn aandelen,
maar geeft via de techniek van de certificering het beleid in handen van een
groep die bekwaam moet zijn om de bedrijven in goede banen te leiden. Tal van
Belgische (familie)vennootschappen hebben trouwens via Nederland een
administratiekantoor opgericht.
Sinds 1998 (B.S., 05.09.1998) is in België in
de vennootschappenwet een kader geschapen om een administratiekantoor mogelijk
te maken. Volgens artikel 43bis Venn.W. kunnen certificaten betrekking hebben op
aandelen, winstbewijzen, converteerbare obligaties of warrants. Deze kunnen al
dan niet met medewerking van de vennootschap worden uitgegeven door een
rechtspersoon die in het bezit blijft of het bezit verkrijgt van de effecten
waarop de certificaten betrekking hebben. Die rechtspersoon verbindt zich er
vervolgens toe de opbrengst van of de inkomsten uit die effecten voor te
behouden aan de houder van de certificaten. De certificaten kunnen aan toonder
zijn. Maar dan moet bij een naamloze vennootschap of een commanditaire
vennootschap op aandelen, het aandeel waarop het certificaat betrekking heeft,
ook aan toonder zijn.
Stichting
België heeft in principe dus ook een regeling zoals in
Nederland. Maar de vraag was welke rechtsfiguur men zou gebruiken om het
administratiekantoor in onder te brengen. Niets belet dat dit zou gebeuren in
een (andere) handelsvennootschap. Een BVBA zou kunnen optreden als emittent en
dus de functie van administratiekantoor vervullen. Maar dit is niet het meest
aangewezen vehikel. De handelsvennootschap op zich heeft opnieuw aandeelhouders,
die niet dezelfde moeten zijn als deze van de vennootschap waarop de
certificaten betrekking hebben. Een andere mogelijkheid zou de vereniging zonder
winstoogmerk kunnen zijn. Maar volgens de parlementaire voorbereidingen is de
VZW veelal niet geschikt zijn. Een VZW mag immers geen winst nastreven, noch
voor zichzelf, noch voor haar leden. Wanneer de leden houder zijn van
certificaten uitgegeven door de VZW rijst de vraag of die VZW geen economisch
voordeel nastreefde voor haar leden (Gedr. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1430/3, p.
5).
Vandaar dat alles op alles werd gezet om de private stichting in België
te creëren. Dit zou het vehikel bij uitstek worden om het administratiekantoor
en dus de certificatie van aandelen in onder te brengen. En dat wetsontwerp dat
de vorige regering indiende en nog werd goedgekeurd door de Kamer, krijgt nu
zijn volle beslag in de senaatscommissie voor Justitie.
Taks
Bij de totstandkoming van de private stichting doet zich een
probleem voor. De private stichting werd in het ontwerp dat de Kamer al
goedkeurde, onderworpen, net zoals de VZW, aan de taks tot vergoeding van
successierechten. Artikel 147 W.Succ. onderwerpt de vereniging zonder
winstoogmerk aan een jaarlijkse taks tot vergoeding van successierechten. Deze
bedraagt 0,17 procent (art. 152 W.Succ.) op de massa der in België bezeten
goederen, zonder aftrekking van de lasten (art. 150 W.Succ.).
Via het door
de Kamer goedgekeurde ontwerp werd de private stichting ook onderworpen aan deze
taks. De taks zou verschuldigd zijn op de massa van de in België bezeten
goederen, waarvan het passief in mindering wordt gebracht, voor zover het niet
uit effecten aan toonder bestaat (art. 46 eerste ontwerp).
Deze passus wou
een oplossing bieden aan de oude bepaling dat de taks verschuldigd was op de
massa van de volledige massa, zonder het in mindering brengen van eventuele
kredieten die aangegaan zijn om die massa te verwerven. Maar de tekst ging ver.
Van het actief mocht het totale passief in mindering worden gebracht. In zijn
boekhoudrechtelijke betekenis zou dus van alle actief, alle passief in mindering
mogen worden gebracht. Boekhoudrechtelijk omvat het passief niet enkel de
schulden, maar ook het eigen vermogen. Dus zou de taks enkel verschuldigd zijn
op niet uitgedrukte meerwaarden.
Vandaar dat deze passus wordt bijgesteld.
Maar in menig opzicht wordt hij strenger. In eerste instantie is het de
bedoeling de taks verschuldigd te maken op alle bezittingen van de vereniging of
de stichting. Dus de beperking tot in België bezeten goederen, verdwijnt. Maar
bij de uitzonderingen worden er twee toegevoegd, waar de taks in weerwil van de
algemene regel niet op van toepassing zal zijn.
De taks zal niet verschuldigd
zijn op de in het buitenland gelegen onroerende goederen en op de effecten
uitgegeven door handelsvennootschappen, waarvan de vereniging of stichting als
bezitter emittent wordt aangemerkt bij toepassing van de reeds hoger genoemde
wet op de certificatie van effecten. Om tegemoet te komen aan het eerst door de
Kamer goedgekeurde ontwerp dat het principe invoerde dat het passief in
mindering kon gebracht worden, wordt nu in een expliciete aftrekpost voor
kredieten voorzien. De nog niet betaalde termijnen van hypothecaire leningen
mogen van de heffingsgrondslag in mindering gebracht worden, mits de hypotheek
is gevestigd op goederen van de vereniging of stichting en minstens 50 procent
van de hoofdsom van de lening waarborgt.
Net zoals vroeger worden de
inrichtingen, private stichtingen en verenigingen zonder winstoogmerk waarvan
het geheel van de bezittingen een waarde heeft die het miljoen niet
overschrijdt, niet onderworpen aan de taks.
Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 9 juni 2000.