INKOOP EIGEN AANDELEN: FISCUS FLUIT BUITENSPEL

Inkoop eigen aandelen blijft één van de fiscale routes die tot op vandaag veelvuldig is gebruikt om sommen fiscaalvriendelijk ter beschikking te stellen van de aandeelhouders van de onderneming, zonder dat daar belastingen op betaald moeten worden. De fiscus vindt echter dat deze techniek pure belastingontwijking is die geviseerd wordt door de alom gekende antirechtsmisbruikbepaling. Deze bepaling staat in het wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB 1992) sinds 31.03.1993. Hierna volgt een poging tot analyse van het vraagstuk van de inkoop eigen aandelen.Een NV, CVA en BVBA mag krachtens de vennootschappenwet eigen aandelen of winstbewijzen verkrijgen (art. 52bis en 128bis Venn.W.). De vennootschap koopt aldus haar eigen aandelen in. Maar de nominale waarde of fractiewaarde van de aldus verkregen aandelen of winstbewijzen mag in de regel niet hoger zijn dan 10 procent van het geplaatste kapitaal. Heeft een BVBA een geplaatst kapitaal van 750.000 frank, verdeeld over 100 aandelen die elk één honderdste vertegenwoordigen van het kapitaal, dan mag de vennootschap zelf hoogstens tien aandelen inkopen. De prijs tegen dewelke dit mag gebeuren, is de marktprijs. Stel dat één aandeel 100.000 frank waard is, dan kan de vennootschap die tien aandelen inkopen voor 1 miljoen frank.

Inzake vennootschapsbelasting staat in het wetboek een speciale behandeling van de inkoop van eigen aandelen (art. 186 WIB 1992). In principe is de inkoop onbelast. Bovendien moet op de uitkering geen roerende voorheffing ingehouden worden (art. 264, eerste lid, 2 WIB 1992). Dus de vennootschap keert 1 miljoen frank uit aan haar aandeelhouder zonder dat vennootschap of aandeelhouder daar een frank belasting moet op betalen. Mooier kan bijna niet.

Art. 344

Maar vanaf 31 maart 1993 werd de antirechtsmisbruikbepaling ingevoerd. Akten die vanaf dat ogenblik tot stand kwamen, moet de fiscus niet zonder meer ondergaan, ook al kan hij geen simulatie bewijzen. Stelt hij vast dat de weg die de belastingplichtige nam tot enig doel heeft de belasting te ontwijken, dan kan hij tot herkwalificatie overgaan. Tenzij de belastingplichtige bewijst dat die kwalificatie aan rechtmatige financiële of economische behoeften beantwoordt (art. 344, p. 1 WIB 1992).

In het geval van een inkoop eigen aandelen vergelijkt de fiscus de inkoop met een dividenduitkering door de vennootschap. Een dividenduitkering is wèl onderworpen aan de roerende voorheffing van in principe 25 procent (art. 269 W.I.B. 1992). Een inkoop eigen aandelen niet. Vandaar dat de fiscus vaak besluit dat de inkoop eigen aandelen enkel gekozen werd om de roerende voorheffing te vermijden. En naar de mening van de Administratie is een fiscale reden geen rechtmatige financiële of economische behoefte. De fiscus herkwalificeert de inkoop eigen aandelen tot een loutere dividenduitkering. Hij zal dan ook de roerende voorheffing opeisen. Daarbovenop komt in de regel een boete van 50 procent (art. 228 KB WIB 1992). Daarnaast kan de vennootschap ook de verminderde tarieven verliezen (art. 215 WIB 1992). De brokken kunnen dus aanzienlijk zijn.

Vraag

De vraag is echter of de antirechtsmisbruikbepaling in deze van toepassing is. Moet de belastingplichtige bij een inkoop eigen aandelen kunnen bewijzen dat deze aan rechtmatige financiële of economische behoeften beantwoordt? Zoals steeds is de rechtsleer verdeeld. Een eerste groep stelt dat vermits de inkoop eigen aandelen zonder meer ingeschreven is in de vennootschappenwet en een specifieke behandeling krijgt in het WIB 1992, de belastingplichtige er zonder verdere motivatie gebruik kan van maken, voor zover hij zich houdt aan de voorwaarden ingeschreven in de vennootschappenwet. Deze groep zal trouwens ook wel eens stellen dat in art. 186 WIB 1992 niet expliciet een eigen verwijzing naar rechtmatige financiële of economische behoeften is ingeschreven. Dit is bijvoorbeeld wel het geval bij fusie (art. 211 WIB 1992).

Een tweede groep stelt dat de belastingplichtige wel moet bewijzen dat de inkoop voldoet aan rechtmatige financiële of economische behoeften. In dat verband lijkt de fiscus de omgekeerde weg te willen volgen: eerst kijken naar het eindresultaat en vervolgens nagaan wat de meest logische weg is om dat resultaat te bereiken. Het resultaat van een inkoop eigen aandelen is dat de aandeelhouder een mooie som geld krijgt. De geviseerde operaties lijken dan ook deze te zijn waarbij elke aandeelhouder een zelfde fractie van zijn aandelenbezit laat inkopen door de vennootschap. Krijgt elke aandeelhouder een bedrag in verhouding tot zijn aandelenbezit, dan zal de Administratie zo goed als zeker de verrichting behandelen alsof het om een dividenduitkering ging. Wordt daarentegen met een inkoop eigen aandelen een resultaat bereikt dat niet kan bekomen worden met een dividenduitkering, dan lijkt volgens elling een herkwalificatie moeilijker, zoniet onmogelijk.

Stel dat de inkoop gebruikt wordt om een vlottere overgang van de aandelen te bekomen, een bepaalde aandeelhouder minder stemmen toe te bedelen of de verhouding winst per aandeel te verbeteren, dan is dit een resultaat dat precies door een inkoop eigen aandelen wél en een dividenduitkering niét kan bereikt worden. Stel dat in een familiale opvolging één van de kinderen de meerderheid van de aandelen van de vennootschap wenst te bekomen, dan zal deze maar 45,1 procent moeten verwerven, indien eerst een inkoop heeft plaatsgevonden. Dezelfde techniek kan gebruikt worden indien één aandeelhouder (wegens meningsverschillen) wil uittreden en de andere aandeelhouders de aandelen moeten overkopen. Als de vennootschap in dat geval eerst 10 procent aandelen inkoopt juist van die uittredende aandeelhouder, kan dit de overname een stuk soepeler maken. In dat geval is de inkoop ook in het belang van de vennootschap zelf. Die is gebaat bij eensgezindheid tussen de aandeelhouders.

De tweede stelling lijkt ons de juiste. Alhoewel een dividenduitkering het aantal aandelen ongewijzigd laat en een inkoop juist het aantal aandelen geplaatst bij derden wijzigt. In elk geval is voorzichtigheid geboden. De weg, de waarheid en het leven inzake inkoop eigen aandelen lijkt een mooi verhaal te zijn, dat motiveert waarom juist deze techniek werd gebruikt en niet een simpele dividenduitkering.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 11 juni 1998.