OVERLEDEN GROOTOUDERS KUNNEN NOG SCHENKEN AAN DRIE PROCENT

In Vlaanderen kunnen grootouders aan hun kinderen roerende goederen schenken mits 3 procent belasting te betalen. De fiscus staat nu toe dat de kleinkinderen ook maar 3 procent moeten betalen op het deel dat hun ouders niet hebben verteerd.

Sinds 1 januari 2004 zijn de schenkingsrechten onder de levenden van roerende goederen in Vlaanderen fel gedaald. Roerende goederen kunnen voortaan notarieel in de rechte lijn en tussen echtgenoten geschonken worden aan 3 procent. Alle andere personen genieten een tarief van 7 procent. Daarbovenop komt dat als de schenker overlijdt binnen de drie jaar na de schenking, de gedane schenking geen deel uitmaakt van zijn nalatenschap en het progressievoorbehoud niet geldt. In de regel is het zo dat als een schenking doorgaat binnen de drie jaar vóór het overlijden, het bedrag van de schenking meegeteld wordt voor het bepalen van de toepasselijke tarieven. Maar dat "opduw" effect waardoor de nalatenschap mogelijks in een hogere tariefschijf terechtkomt en dus hoger belast wordt, is door de Vlaamse decreetgever afgevoerd.

Een en ander betekent dat voortaan een schenking probleemloos kan doorgaan tot net vóór het overlijden. Het voordeel is aanzienlijk. Bij een overlijden moet elke rechtverkrijgende in de rechte lijn en tussen echtgenoten vanaf 250.000 EUR, 27 procent successierecht betalen. Door de roerende goederen te schenken vóór het overlijden, bespaart men zo maar liefst 24 procent. Voor andere begunstigden dan die in de rechte lijn en tussen echtgenoten is het voordeel nog groter. Die betalen tot 65 procent successierecht en kunnen dus tot 58 procent besparen. De nieuwe tarieven zorgen ervoor dat de hoge successierechten kunnen ontlopen worden door tijdig de roerende goederen te schenken. Enkel voor onroerende goederen en een onaangekondigd overlijden blijft het probleem van de hoge successierechten bestaan. De rest kan opgelost worden.

Dubbele schenking

De hele regeling heeft gefortuneerde grootouders aan het denken gezet. Vaak willen die hun kleinkinderen betrekken in hun uitdeelverhaal. Maar in ons land heeft elk kind een voorbehouden gedeelte. Zo kunnen grootouders met twee kinderen maar vrij beschikken over één derde. De andere twee derden moeten in principe toekomen aan hun twee kinderen. Veelal zullen grootouders er niets op tegen hebben om te schenken aan de eigen kinderen. Maar ze geven er vaak de voorkeur aan dat wat overblijft bij het overlijden van hun kinderen, naar hun kleinkinderen gaat. Deze combinatie kan gerealiseerd worden in een schenkingsakte via een "fideï commis de residuo". Als de grootouders roerende goederen schenken aan hun kinderen zal op die schenkingsakte in Vlaanderen 3 procent schenkingsrecht verschuldigd zijn. Maar de vraag is welk tarief moet betaald worden als één van hun kinderen overlijdt en het overblijvende gedeelte overgaat op hun kleinkinderen.

Vlaamse grootouders die met zo'n plan rondliepen vroegen daarvoor een ruling aan de fiscus. De fiscus stelt dat het hier gaat om een dubbele schenking van roerende goederen, enerzijds van de grootvader aan zijn kinderen en anderzijds door de grootvader aan zijn kleinkinderen onder opschortende voorwaarde dat de kleinkinderen hun ouders overleven. Op de schenkingsakte van grootouders naar kinderen moet evident 3 procent betaald worden. Bij het overlijden van de grootouders moeten die kinderen dan geen successierechten meer betalen op wat ze voordien als schenking kregen. Maar wat zullen de kleinkinderen moeten betalen als hun ouders overlijden? Omdat bij overlijden van de ouders de opschortende voorwaarde voorzien in de schenkingsakte in werking treedt, moeten de kleinkinderen geen successierecht betalen op wat overblijft, maar wel schenkingsrechten. Ze ontvangen immers het overblijvende deel dankzij een schenkingsakte. Niet via het erfrecht. Dus zijn daarop schenkingsrechten verschuldigd. Om het helemaal mooi te maken zegt de fiscus dat op deze schenking het registratierecht van toepassing is dat gold op het ogenblik dat de grootouders de schenkingsakte tekenden: 3 procent. Wat dus betekent dat zo een voortreffelijke successieplanning mogelijk is. De ouders krijgen het geld van de grootouders aan 3 procent en kunnen er vrij over beschikken. Hun kinderen kunnen dan het overblijvende deel krijgen aan het lage tarief van 3 procent. Zo worden de hoge successierechten vermeden ook al zou het lage schenkingstarief niet meer bestaan als de ouders overlijden. Het toepasselijke tarief is immers het tarief dat gold op het ogenblik dat de grootouders de schenkingsakte tekenden.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 9 mei 2006.