SPERPERIODE NOTIONELE INTERESTAFTREK WORDT AFGESCHAFT

De notionele interestaftrek wil elke vennootschap een extra fiscale aftrek toestaan ten belope van een bepaald percentage op het opgebouwde eigen vermogen. Maar dat voordeel moet volgens de wet drie jaar in de vennootschap geparkeerd blijven. Minister Didier REYNDERS kondigde aan dat de ministerraad van vorige vrijdag deze voorwaarde afschafte.

De belastingaftrek voor risicokapitaal, beter bekend als notionele interestaftrek, is al een tijdje wet (B.S., 30.06.2005). Deze maatregel wil vennootschappen vanaf aanslagjaar 2007 een fiscale beloning geven voor het opgebouwde eigen vermogen. Daartoe zal een extra fiscale aftrek ontstaan ten belope van de OLO rentevoet toegepast op het eigen vermogen. Als de OLO blijft zweven rond het huidige cijfer, betekent dit dat 3,5 procent als percentage uit de bus zal komen tegen het eind van het jaar. Dus als het boekhoudkundig eigen vermogen 100.000 EUR bedraagt, zal zo'n belastingplichtige een korting op de belastbare basis krijgen van 3.500 EUR. Gaat het om een kleine vennootschap, dan wordt dat zelfs 4.000 EUR. KMO's krijgen immers een half procent extra. De aftrek voor risicokapitaal zal in de aangifte vennootschapsbelasting gebeuren ná de aftrek voor de definitief belaste inkomsten (DBI) en vóór de recuperatie van eerdere verliezen en de investeringsaftrek. Wat betekent dat de aftrek voor risicokapitaal een loutere extra aftrekpost wordt binnen de aangifte die dus in principe niet moet geboekt worden.

De berekening van de basis waarop de notionele interestaftrek moet berekend worden, zal in sommige gevallen niet eenvoudig zijn. Het percentage moet in principe toegepast worden op het boekhoudrechtelijk eigen vermogen van de vennootschap zoals dat bestond op het eind van het voorgaande belastbare tijdperk. Als het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar zal de vertrekbasis voor de notionele interestaftrek voor boekjaar 2006 dus 31.12.2005 zijn. Maar dat eigen vermogen moet op tien punten gecorrigeerd worden (zie krant 02.06.2005). Zo moeten de geboekte kapitaalsubsidies en de herwaarderingsmeerwaarden d'er af. Het moet ook gecorrigeerd worden voor de materiële vaste activa waarvan de kosten op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen. Tevens moet de boekwaarde van de bestanddelen die als belegging worden gehouden en die door de aard ervan niet bestemd zijn om een belastbaar periodiek inkomen voort te brengen, eveneens in mindering komen van het eigen vermogen. Maar daarmee is de kous niet af. Als in ons voorbeeld die bestanddelen sinds 31.12.2005 gewijzigd zijn, wordt het in aanmerking te nemen risicokapitaal naar gelang van het geval vermeerderd of verminderd met het bedrag van deze wijzigingen, berekend als gewogen gemiddelde, waarbij de wijzigingen geacht worden te hebben plaatsgevonden de eerste dag van de kalendermaand volgend op die waarin ze zich hebben voorgedaan.

Sperperiode

Maar zoals de wet nu geldt, moet in toepassing van artikel 9 een sperperiode gerespecteerd worden. De aftrek voor risicokapitaal wordt slechts toegestaan op voorwaarde dat een bedrag gelijk aan de voor het belastbaar tijdperk verleende aftrek voor risicokapitaal, op een afzonderlijke onbeschikbare rekening van het passief wordt geboekt en blijft en niet tot grondslag dient voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning, gedurende het belastbaar tijdperk en de drie daarop volgende jaren. Wat wil zeggen dat de vennootschap een bedrag gelijk aan de toegestane notionele interestaftrek moet boeken als een onbeschikbare reserve gedurende drie volle jaren

Vooral deze sperperiode botste op heel wat kritiek. De multinationale ondernemingen staan in principe positief tegenover deze nieuwe fiscale aftrek die in wezen in de plaats komt van het voordelige fiscale stelsel van coördinatiecentra waar zij konden van profiteren maar dat op last van de Europese commissie moet verdwijnen. Dat zij echter een bedrag gelijk aan de notionele interest niet als dividend konden uitkeren gedurende drie jaar, konden zij niet verteren. Tijdens de onderhandelingen rond deze wet hebben de liberalen gepoogd deze bepaling meteen ongedaan te maken of minstens te beperken tot één jaar. Maar de socialisten hadden daar geen oren naar.

Vorige dinsdag kondigde Didier REYNDERS in de Kamercommissie voor de Financiën en de Begroting echter aan dat in de ministerraad van vorige week vrijdag, de afschaffing van artikel 9 werd goedgekeurd en voor advies aan de Raad van State werd voorgelegd (CRIV 51 COM 749). Wat dus betekent dat de socialisten hun bezwaren hebben laten varen. De sperperiode verdwijnt.

Slechte communicatie

Al bij al een goede ontwikkeling. Maar toch merkwaardig dat een wet die nog niet van kracht is, al gewijzigd wordt. De regering heeft nog maar eens les gegeven in slechte fiscale communicatie. In het buitenland kent men de maatregel intussen. Maar met het euvel van de sperperiode waardoor hij minder interessant werd geëvalueerd. Nu moet de regering de boodschap bijstellen en gaan vertellen dat een strenge voorwaarde die eerst was ingebouwd, inmiddels is afgevoerd. Waarmee de regering in de zijlijn bevestigt dat België een onstabiel fiscaal klimaat heeft. Nu maar hopen dat door het verdwijnen van de sperperiode de multinationale ondernemingen hun mening herzien en toch besluiten naar België te komen of hier vooralsnog blijven. Alhoewel dat wel niet uitsluitend afhankelijk zal zijn van de fiscale behandeling inzake vennootschapsbelasting die ze hier krijgen.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 24 november 2005.