SCHENKEN VAN ONDERNEMINGEN KAN IN VLAANDEREN AAN TWEE PROCENT

Vlaanderen werkte in 1996 een mooie regeling uit voor de vererving van ondernemingen. Dat kan aan nul procent. Nu doet Vlaanderen iets gelijkaardigs voor schenkingen van ondernemingen. Maar daar moet wel twee procent op betaald worden. Mooi is dat in Vlaanderen niet enkel de volle eigendom kan geschonken worden aan het verlaagd tarief. Het kan ook voor vruchtgebruik en blote eigendom. Meer: ook vorderingen op vennootschappen kunnen geschonken worden aan het verlaagd tarief. In tegenstelling met de successieregeling is geen werkgelegenheidsvoorwaarde ingebouwd.

Binnen het Wetboek Registratie (W.Reg.) bestaat al sinds begin 1999 een regeling om tegen een tarief van drie procent een onderneming te schenken (art. 140bis W.Reg.). Schenken van ondernemingen kan sindsdien aan een laag tarief van drie procent. Het registratiewetboek is nog steeds een federale materie. Maar de gewesten zijn op basis van de Financieringswet van 1989 bevoegd om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstelling op (onder meer) het registratierecht op de schenkingen onder levenden van roerende of onroerende goederen te wijzigen (art. 4, § 1 Wet 16.01.1989). Vlaanderen heeft dat nu gedaan. Voortaan kan een schenking van een onderneming gebeuren tegen een tarief van twee procent. Dus één procent beterkoop dan de vroegere federale regeling. In het decreet staat dat deze bepaling in werking treedt op 1 juli 2003 (art. 46 Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003). Maar het decreet zelf stond vooralsnog niet in het Staatsblad. Eenmaal het dus in het Staatsblad staat, treedt het in werking met terugwerkende kracht tot 1 juli van dit jaar.

Maar de tariefdaling is niet de enige aanpassing die Vlaanderen doorvoert. De hele regeling is herbekeken en dus herbeschreven. Inspiratiebron was de Vlaamse voordelige regeling bij successie van ondernemingen. En wat Vlaanderen zo typeert is duidelijk te merken: heel strenge vormvoorschriften. Worden die niet gevolgd, dan is de sanctie zwaar. Dan betaalt men toch nog het volle tarief op de schenking. Wetende dat die tarieven vaak hoger zijn dan het successierecht, is dat dus een erg zware straf.

Twee soorten

Twee soorten schenkingen worden bedoeld. De schenking van wat in het vakjargon “eenmanszaken” worden genoemd en schenkingen van vennootschappen. Bij eenmanszaken wordt een en ander gedefinieerd als de schenking van de eigendom of het vruchtgebruik van een universaliteit van goederen of van een bedrijfstak, of van een onverdeeld deel van minstens de helft van die rechten, waarmee een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, een vrij beroep of een ambt of post wordt uitgeoefend. Het moet dus telkens gaan om minstens de helft van de eenmanszaak. Dat is meteen een verschil met de federale regeling. Daar moest het om de volle eigendom gaan van heel de eenmanszaak. Nu kan het voor slechts een deel. Bovendien kan het ook van toepassing zijn op het vruchtgebruik en de blote eigendom. Een mooie aanpassing. Zo kan de pater familias slechts de blote eigendom aan de bedrijfsopvolger schenken en voor zichzelf het vruchtgebruik voorbehouden. Dat zorgt ervoor dat die pater familias nog de inkomsten en de zeggenschap over de zaak heeft.

Voor vennootschappen kunnen voortaan twee zaken geschonken worden. Eerst de aandelen. Dan gaat het om de schenking van aandelen van een vennootschap waarvan de zetel van haar werkelijke leiding is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie en die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, een vrij beroep, of een ambt of post tot doel heeft. De aandelen dienen wel minstens tien procent van de stemrechten in de algemene vergadering van de vennootschap te vertegenwoordigen. Net zoals voorheen zal het verlaagd registratierecht dus niet kunnen voor een klassieke patrimoniumvennootschap. Het begrip maatschappelijke rechten dient ruim geïnterpreteerd te worden. Hieronder ressorteren alle mogelijke soorten aandelen, kapitaalaandelen, deelbewijzen, winstbewijzen, … Zelfs certificaten komen in aanmerking. Maar dan moeten wel een aantal voorwaarden vervuld worden. De houder van de aandelen is ondermeer verplicht de dividenden en andere vermogensvoordelen onmiddellijk en ten laatste binnen de maand door te storten aan de certificaathouder. Anderzijds mag de persoon die de certificaten uitgaf de aandelen niet kunnen vervreemden zonder toestemming van de certificaathouder. Alhoewel de passus die gekozen werd voor de eenmanszaken niet wordt doorgetrokken voor aandelen zou het ook hier zo zijn dat voortaan blote eigendom en vruchtgebruik kunnen. De woorden “volle eigendom” zijn immers uit de tekst geschrapt.

Vorderingen

Maar wel bijzonder mooi is de tweede mogelijke schenking bij vennootschappen. Ook vorderingen die de schenker heeft op de vennootschap kunnen geschonken worden aan twee procent. Dat kan gebeuren aan het verlaagd tarief op voorwaarde dat deze schenking gepaard gaat met de schenking van aandelen die kwalificeert voor het verlaagd tarief. Zo zal een schenking van aandelen die minstens tien procent van de stemrechten in de algemene vergadering van de vennootschap vertegenwoordigen en van een vordering op dezelfde vennootschap volledig kunnen genieten van het verlaagd tarief. In dat geval kan dus de hele vordering geschonken worden. Het decreet voorziet niet dat de verhouding van de aandelen (tien procent) wordt doorgetrokken naar de vordering toe. Onder vorderingen worden tevens begrepen de certificaten van vorderingen uitgereikt door een rechtspersoon met zetel in een van de lidstaten van de Europese Unie, ter vertegenwoordiging van vorderingen op een dergelijke vennootschap. Dezelfde voorwaarden als bij certificaten van aandelen zijn in het decreet ingeschreven.

Maar de verdere voorwaarden zijn niet gering. Gaat het om een eenmanszaak, dan moet de activiteit zonder onderbreking wordt voortgezet gedurende vijf jaar te rekenen van de datum van de akte van schenking. Als onroerende goederen met toepassing van het verlaagde recht werden overgedragen, mogen zij niet gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend of bestemd worden gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar te rekenen van de datum van de schenking. Bij aandelen geldt ook een zelfde vijf jaar regeling. Bovendien mag de zetel van werkelijke leiding van de vennootschap niet wordt overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Unie gedurende vijf jaar te rekenen van de datum van de schenking. Die laatste voorwaarde geldt ook voor vorderingen. Maar bijkomend mag de vordering gedurende de eerste vijf jaar niet terugbetaald worden en moet de vennootschap gedurende die periode haar activiteit verderzetten.

Straf

Wordt één van deze voorwaarden niet gevolgd, dan is de straf onverbiddelijk. Dan zullen de hoge schenkingsrechten vooralsnog toegepast worden verhoogd met de gemene interest. Gelukkig is deze sanctie niet van toepassing als het niet langer nakomen van een voorwaarde te wijten is aan overmacht. Een faillissement binnen de vijf jaar leidt dus niet automatisch tot het moeten betalen van het volle schenkingsrecht. Dat geldt ook bij het overlijden van een vrij beroeper binnen de termijn van vijf jaar. Loopt de termijn af na vijf jaar en zijn alle voorwaarden vervuld, moet ook dat gemeld worden. De begunstigde van de schenking moet dan binnen vier maanden na afloop van de vermelde termijn aan de fiscus aantonen dat alle voorwaarden voor het behoud van het tarief gedurende de vereiste termijn vervuld zijn gebleven. Logisch. Maar als dat niet gebeurt of wanneer het vervuld zijn van de voorwaarden voor het behoud van het verlaagde recht onvoldoende is aangetoond, moet toch nog het volle registratierecht op de schenking betaald worden. Verhoogd met de wettelijke interest. Bovendien zal een boete volgen gelijk aan de aanvullende rechten. Loodzwaar dus. Dit is een veel te overdreven sanctie. Als gewoon de melding na vijf jaar wordt vergeten binnen de vier maand na het verstrijken, of niet voldoende documenten worden meegestuurd, is dit zelfs onmenselijk. Waarom moeten wij in Vlaanderen toch zo sterk blijven in al die vormvoorschriften? Laat ons hopen dat tegen de tijd dat de eerste vijf jaar verstrijkt de FOD Financiën al zo hervormd is dat ze de burger spontaan verwittigen van het feit dat hij die formaliteit moet verzorgen en welke documenten hij moet toesturen.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 29 augustus 2003.