HERVORMING VAN DE VENNOOTSCHAPBELASTINGAFSCHRIJVINGEN, AUTOKOSTEN EN LIQUIDATIEBONI WORDEN DE DUPE

Na de hervorming van de personenbelasting lijkt het er op dat het de regering menens is met de hervorming van de vennootschapsbelasting. Het tarief van de vennootschaps-belasting zal van 40,17 procent dalen tot 33,99 procent. Maar om deze verlaging mogelijk te maken, zal de belastbare basis verbreed worden om datgene wat uitgedeeld wordt terug te verdienen. Wat de ene hand geeft, neemt de andere weer. Er zullen dus verliezers en winnaars zijn. Maar deze hervorming zal niemand onberoerd laten. De verlaging van het tarief zou een goeie 48 miljard BEF per jaar kosten. Hoe de compensatie moet gebeuren, is nog zeer vaag.

Het lijkt er op dat de regering een "goed nieuws show" wou brengen nu het laatste parlementair jaar zonder verkiezingen begint. De verlaging van de tarieven wordt breed uitgelegd. Maar hoe de 48 miljard BEF moet terugverdiend worden, is binnen de regering nog niet definitief uitgemaakt. In 1999 bracht de vennootschapsbelasting 318 miljard BEF op. 48 miljard terugverdienen is een stevige brok. Eerst het goede nieuws.

Verlaging tarieven

Het gemene tarief binnen de vennootschapsbelasting is nu 39 procent (art. 215, eerste lid W.I.B. 1992). Daarbovenop komt een crisisbelasting van 3 procent (art. 463bis, § 1, 1° W.I.B. 1992). Samen geeft dat 40,17 procent. De regering zal het tarief van 39 procent verlagen tot 33 procent. Maar de crisisbelasting wordt niet afgeschaft. Het nieuwe gecombineerde tarief zal dus eindigen op 33,99 procent. De liberalen hadden de vorige maanden aangekondigd de crisisbelasting te zullen afschaffen zonder dat die minderontvangst zou moeten gecompenseerd worden. Maar roden en groenen willen daar niet van weten. Blijkbaar hebben die laatste hun slag thuisgehaald. De crisisbelasting blijft dus overeind. Wellicht daarom wordt in de nota geschreven dat de vermindering van dit tarief maar een eerste stap is. Het doel is volgens de regering de crisisbelasting af te schaffen en het belastingtarief terug te brengen tot 30 procent.

Het verminderd tarief blijft dan toch overeind. Dat tarief is bedoeld voor kleine en middelgrote vennootschappen. Om dat tarief te krijgen moeten die vennootschappen voldoen aan een aantal precieze voorwaarden (art. 215, derde lid W.I.B. 1992). Zo moet één bedrijfsleider een bezoldiging krijgen gelijk aan het belastbaar inkomen van de vennootschap met een maximum van één miljoen. Op een bepaald ogenblik zag het er naar uit dat dit verminderd tarief zou verdwijnen omdat het globale tarief toch flink zou dalen. Maar dat is dus niet beslist. Integendeel, het verminderd tarief op zich zal ook dalen.

BASIS

OUD TARIEF

NIEUW TARIEF

VERSCHIL

0

tot

1 000 000

28.84 %

288 400

24.98 %

249 775

-3.86 %

-38 625

1 000 000

tot

3 600 000

37.08 %

964 080

31.93 %

830 180

-5.15 %

-133 900

3 600 000

tot

13 000 000

42.23 %

35.54 %

-6.70 %

1 252 480

1 079 955

-172 525

Het verminderd tarief verschilt het meest van het eenduidige tarief bij een belastbaar inkomen van de vennootschap van net 3,6 mln. BEF. Op dat niveau zullen de nieuwe tarieven leiden tot een besparing van 172.525 BEF. Dat betekent een besparing van 13,77 procent. Eenmaal boven de 3,6 mln. BEF neemt het voordeel van het verminderd tarief voortdurend af. Bij een belastbaar inkomen van 13 mln. BEF valt het verminderd tarief immers samen met het eenduidige tarief.

Compensatie

Tot zover het goede en duidelijke nieuws. Vermits het een broekzak vestzak operatie wordt, moet de minderontvangst gecompenseerd worden. Maar hoe is helemaal nog niet duidelijk. De regering kondigt zeer vaag een aantal maatregelen aan om de budgettaire compensatie te verzekeren. Een overzicht van wat wél al bekend is.

Fiscale verliezen mogen niet in mindering gebracht worden van de winst die voortkomt van abnormale of goedgunstige voordelen (art. 207, tweede lid W.I.B. 1992). Deze beperking geldt nu enkel voor zover op die abnormale of goedgunstige voordelen verliezen van vorige boekjaren worden aangerekend. Stel dat een vennootschap in een bepaald inkomstenjaar een gulle factuur schrijft naar een bevriende vennootschap waar op geen enkele wijze prestaties tegenover staan om een globaal verlies van het boekjaar weg te werken. Voortaan zal die vennootschap toch belasting moeten betalen op de uitgeschreven factuur.

De vrijstelling van roerende voorheffing bij liquidatieboni, inkoop eigen aandelen en scheidingsaandeel voorzien in art. 264, eerste lid, 2° W.I.B. 1992 verdwijnt. Alhoewel minister REYNDERS maar bleef herhalen dat aan deze vrijstelling niet zou getornd worden, gebeurt dat nu wél. Een roerende voorheffing van 10 procent zal verschuldigd zijn. Uiteraard enkel als een natuurlijk persoon de uitkering ontvangt. Tussen vennootschappen blijft de uitkering gekwalificeerd als een definitief belast inkomen.

Een derde compensatie blijft onnoemelijk vaag: "In hoofde van de vennootschappen zullen sommige aftrekken worden herzien of gewijzigd. Dat zal onder meer het geval zijn voor de afschrijvingsregels en het ten laste nemen van autokosten." Naar verluid zal het stelsel van degressieve afschrijvingen aangepakt worden. Dat zou kunnen verdwijnen. Merkwaardig in een tijd dat de economie en dus de investeringen slabakken. Autokosten zouden niet langer meer voor 75 procent aftrekbaar zijn. Voor hoeveel dan wel, staat niet in de nota. Of de brandstof gespaard wordt, is al evenmin duidelijk. Vraag blijft of dit ook zal leiden tot aanpassingen in de personenbelasting.

Laatste belangrijke compensatie is het niet langer aftrekbaar stellen van de gewestbelastingen (andere dan vermeld in art. 3 Wet 16.01.1989). De onroerende voorheffing en de registratie-rechten blijven dus buiten schot. Het gaat vooral om milieufiscaliteit en leegstandheffing.

Voorts stelt de regering de aftrek van definitief belaste inkomsten verder te willen beperken zodat ze enkel nog kan bij echte dubbele economische belasting. Kasgeldvennootschappen zullen speciaal geviseerd worden. De strijd tegen het misbruiken van de vennootschapsvorm zal opgevoerd worden.

Window dressing

De belastingverlaging is mooi. Maar ze wordt volledig gecompenseerd. De roes zal snel over zijn. Deze belastinghervorming mag dan wel macro economisch neutraal zijn. Bij de individuele ondernemingen zullen er winnaars en verliezers zijn. Hoe groter het aandeel winst in de totale opbrengst is, hoe groter de belastingbesparing zal zijn. Maar als een vennootschap amper winst maakt en nogal wat kosten heeft, zal door de compensatie zo’n vennootschap meer belasting betalen dan vroeger. De verlaging van de tarieven zal de meerbelasting op verworpen kosten niét compenseren. Vennootschappen die niet veel winst maken zullen dus betalen voor vennootschappen die veel winst hebben. Deze hervorming heeft enkel tot doel het belastingtarief terug te brengen naar een aanvaardbaar peil om de toets met de buitenlandse tarieven te kunnen doorstaan. Het is zuivere "window dressing".

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 12 oktober 2001.